
Wat betaalt u voor uw pensioen?
De totale pensioenpremie is 25% van uw salaris. Van die premie betaalt uw werkgever verreweg het grootste deel. Zelf betaalt u 8% van de pensioengrondslag. De pensioen-grondslag is uw salaris min de franchise. De franchise is het gedeelte van uw ambtelijk inkomen waarover u geen pensioen opbouwt omdat u later ook AOV van de overheid gaat ontvangen.
Voorbeeld
Laten we een voorbeeld geven. Stel uw ambtelijk inkomen is Afl. 50.000 per jaar.
De totale pensioenpremie is 25% x Afl. 50.000: Afl. 12.500 per jaar
Uw aandeel in de premie:
Ambtelijk inkomen | Afl. 50,000 | |
Min: franchise: | Afl. 18,000 | |
Pensioengrondslag: | Afl. 32,000 | |
U betaalt jaarlijks 8% van | Afl. 32,000 | Afl. 2,560 – |
Uw werkgever betaalt: | Afl. 9,940 |
Omgerekend per maand betaalt u Afl. 2.560 : 12 = Afl. 213,33 pensioenpremie per maand.
Uw aandeel in de pensioenpremie wordt door uw werkgever op uw salaris ingehouden. U kunt dit zien op uw salarisslip. Uw werkgever betaalt de totale pensioenpremie aan APS.
Uw situatie verandert
Bepaalde gebeurtenissen in uw leven en loopbaan hebben invloed op uw pensioen. Hieronder vindt u een overzicht van die gebeurtenissen. Klik op de links om te lezen wat de invloed op uw pensioen is en wat u zelf moet doen.
Trouwen
Als u gaat trouwen, is het belangrijk dat u dit laat weten aan APS. Dat doet u via het formulier waarmee u wijzigingen in uw persoonlijke situatie aangeeft.
Als deelnemer van APS bouwt u een ouderdomspensioen op. Daarnaast kent de pensioenregeling een nabestaandenpensioen voor uw echtgenoot/echtgenote en een wezenpensioen voor uw eventuele kinderen tot de leeftijd van 21 jaar.
Als u gaat trouwen voor uw 62ste jaar, krijgt uw partner recht op nabestaandenpensioen. De kinderen die uit het huwelijk geboren worden, krijgen recht op wezenpensioen als u overlijdt.
Samenwonen
Gaat u samenwonen zonder te trouwen? Dan heeft uw partner geen recht op nabestaandenpensioen. Uw kinderen hebben wel recht op wezenpensioen.
Belangrijk om te weten
Meer informatie over het nabestaandenpensioen en het wezenpensioen vindt u onder Nabestaandenpensioen, Wezenpensioen en onder Overlijden. Informatie over de regels voor het nabestaandenpensioen en het wezenpensioen na een scheiding vindt u onder Scheiding.
LET OP: Waarschijnlijk gaat de pensioenregeling van APS in 2019 veranderen. De sociale partners hebben hierover in 2017 een akkoord bereikt. De wijzigingen dienen nog goedgekeurd te worden door het Parlement.
Geboorte
Als u een kind krijgt, is het goed om APS van deze blijde gebeurtenis in kennis te stellen. De pensioenregeling van APS kent namelijk een wezenpensioen zodat uw minderjarige kinderen financieel niet onverzorgd achterblijven als u overlijdt.
Hoe zit het met wezenpensioen?
Het wezenpensioen geldt voor kinderen tot de leeftijd van 21 jaar of tot 25 jaar als zij nog studeren of door ziekte of invaliditeit zelf niet in staat zijn in hun onderhoud te voorzien. Een weeskind dat getrouwd is, heeft geen recht op wezenpensioen. Bij het wezenpensioen wordt onderscheid gemaakt tussen volle wezen en halve wezen. Voor halve wezen – kinderen van wie de ene ouder recht op pensioen ontleent aan het overlijden van de andere ouder – is het wezenpensioen 14% van het ouderdomspensioen.
Voor volle wezen – kinderen van wie de overlevende ouder geen recht op pensioen ontleent aan het overlijden van de andere ouder – is er een wezenpensioen per kind van 28% van het ouderdomspensioen. De hoogte van het wezenpensioen hangt ook af van de verhouding tussen het nabestaandenpensioen voor uw partner en het wezenpensioen voor uw kinderen in relatie tot uw ouderdomspensioen. De som van het nabestaandenpensioen en alle wezenpensioenen samen kan nooit hoger zijn dan uw ouderdomspensioen. Dus stel dat u een ouderdomspensioen heeft van Afl. 20.000 per jaar en dat de som van het nabestaandenpensioen en de wezenpensioenen voor uw kinderen in totaal Afl. 30.000 bedraagt. Dan worden het nabestaandenpensioen en de wezenpensioenen proportioneel verlaagd zodat de totale som daarvan niet uitkomt boven Afl. 20.000.
Belangrijk om te weten
Alle details vindt u in de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren.
LET OP: Waarschijnlijk gaat de pensioenregeling van APS in 2019 veranderen. Ook de regels voor het wezenpensioen veranderen. De sociale partners hebben hierover in 2017 een akkoord bereikt. De wijzigingen dienen nog goedgekeurd te worden door het Parlement.
Arbeidsongeschiktheid
Als u door ziekte of gebreken uw dienstbetrekking blijvend niet meer kunt vervullen, kan uw werkgever u ontslaan. U heeft dan recht op een invaliditeitspensioen. De beslissing daartoe wordt genomen door het bestuur van APS op basis van een geneeskundig onderzoek door een geneeskundige commissie van drie door het bestuur te benoemen leden.
Als u langdurig ziek bent, mag uw werkgever u na een bepaalde tijd (die wisselt per soort werkgever), ontslaan. Vóór die ontslagdatum wordt een keuring aangevraagd U moet daar zelf een afspraak voor maken. De uitslag daarvan is maximaal één jaar geldig. Het invaliditeitspensioen gaat in op het moment van ontslag. Het invaliditeitspensioen is levenslang.
Hoogte invaliditeitspensioen
De hoogte van het invaliditeitspensioen is vanaf de datum dat u dit pensioen gaat ontvangen gelijk aan het bedrag dat u aan ouderdomspensioen zou kunnen bereiken als u tot uw pensioendatum was blijven werken. Met ingang van de pensioendatum wordt het invalidenpensioen herrekend in verband met het ontvangen van de AOV.
Belangrijk om te weten
Meer uitgebreide informatie over het invaliditeitspensioen vindt u in de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren.
Als u een invaliditeitspensioen wilt aanvragen, kunt u daartoe zelf een aanvraag indienen via een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier. U kunt dit ook door uw werkgever namens u laten doen.
LET OP: Waarschijnlijk gaat de pensioenregeling van APS in 2019 veranderen. De sociale partners hebben hierover in 2017 een akkoord bereikt. De wijzigingen dienen nog goedgekeurd te worden door het Parlement.
Overlijden
Wat is er voor uw nabestaanden geregeld als u overlijdt? De pensioenregeling van APS kent een nabestaandenpensioen en een wezenpensioen. Dus als u als deelnemer overlijdt, dan blijven uw echtgenoot/echtgenote en kinderen niet onverzorgd achter wat de financiën betreft.
Als u samenwoont zonder te zijn getrouwd, is er voor uw partner geen nabestaandenpensioen. Als u na uw 62ste jaar trouwt, is er voor uw huwelijkspartner ook geen nabestaandenpensioen.
Overlijden doorgeven aan APS
Bij een overlijden is er veel te regelen. Daarbij hoort dat nabestaanden APS zo spoedig mogelijk in kennis stellen van een overlijden om nabestaandenpensioen en/of wezenpensioen aan te vragen. Nabestaanden moeten daarbij ook documenten overleggen zoals een overlijdensverklaring, een huwelijksakte en een bewijs van woonplaats.
Wat krijgt uw partner?
Als u overlijdt terwijl u nog in dienst bent bij uw werkgever, krijgt uw partner levenslang een nabestaandenpensioen dat 70% bedraagt van het ouderdomspensioen dat u zou bereiken op de pensioengerechtigde leeftijd.
Als u overlijdt op het moment dat u al gepensioneerd bent of niet meer in dienst bent van een bij APS aangesloten werkgever, dan krijgt uw partner een levenslang nabestaandenpensioen van 70% van het ouderdomspensioen dat u bij APS heeft opgebouwd.
Was u eerder getrouwd? Dan wordt het eventueel aan uw ex-partner toekomende bijzonder nabestaandenpensioen in mindering gebracht op het nabestaandenpensioen van uw huidige partner.
Bent u gescheiden?
Als u gescheiden bent na 1 augustus 1990, dan heeft uw ex-partner bij uw overlijden recht op een bijzonder nabestaandenpensioen. Dit pensioen bedraagt 70% is van het tot de scheiding opgebouwde ouderdomspensioen. Zie voor meer informatie: scheiding.
Wat krijgen uw kinderen?
Kinderen komen bij overlijden in aanmerking voor wezenpensioen. Dit pensioen wordt uitgekeerd tot kinderen die de leeftijd van 21 jaar bereiken of tot 25 jaar als zij nog studeren of door ziekte of invaliditeit niet zelf in staat zijn in hun onderhoud te voorzien.
Voor het wezenpensioen komen kinderen in aanmerking met wie u een familierechtelijk band heeft. Kinderen voor wie u een onderhoudsplicht of de pleeg ouderlijke zorg heeft.
Bij het wezenpensioen wordt onderscheid gemaakt tussen volle wezen en halve wezen. Voor halve wezen – indien de overlevende ouder aan uw overlijden pensioenrechten ontleent – is er een wezenpensioen per kind van 14% van het ouderdomspensioen. Voor volle wezen – kinderen waarvan er geen ouder is die aan het overlijden van de deelnemer pensioenrechten ontleent – is er een wezenpensioen per kind van 28% van het te bereiken ouderdomspensioen.
Smartengeld
Als u overlijdt na pensionering, dan krijgt uw partner smartengeld ter grootte van drie maal uw maandelijkse pensioenuitkering. Als u geen partner (meer) hebt of had, dan ontvangen uw eventuele kinderen tot 21 jaar dit smartengeld. Geldt ook dat niet, dan gaat de uitkering naar eventuele overige kinderen of naar ouders of broers en zusters voor wie u kostwinner was.
Belangrijk om weten
Hier vermelden wij alleen de hoofdzaken op pensioengebied. Alle details kunt u lezen in de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren.
De som van het nabestaandenpensioen, bijzonder nabestaandenpensioen en het wezenpensioen kan niet hoger zijn dat het totale ouderdomspensioen. Indien dit wel het geval is worden zowel het nabestaandenpensioen als het wezenpensioen proportioneel verminderd.
LET OP: Waarschijnlijk gaat de pensioenregeling van APS in 2019 veranderen. De sociale partners hebben hierover in 2017 een akkoord bereikt. De wijzigingen dienen nog goedgekeurd te worden door het Parlement.
Minder of meer werken
Als u minder gaat werken om meer tijd te hebben voor andere dingen, dan heeft dit gevolgen heeft voor uw pensioen.
Als u in deeltijd gaat werken, dan wordt uw pensioenopbouw gekoppeld aan het deeltijdpercentage waarin u werkt. Dus als u 50% van een fulltime dienstverband werkt, dan bouwt u 50% op van het pensioen dat u zou opbouwen als u fulltime werkte. Als u minder gaat werken en uw jaarinkomen wordt lager dan Afl. 18.000 (de hoogte van de franchise), dan bent u geen deelnemer meer van het pensioenfonds en bouwt u dus geen pensioen meer op.
Als u eerst fulltime werkte en daarna een aantal jaren in deeltijd, zal uw totale pensioen later lager zijn dan wanneer u tot het eind van uw loopbaan fulltime was blijven werken. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook. Als u eerst parttime werkte en daarna fulltime, wordt uw pensioen hoger. Als u al parttime werkte, maar u iets meer uren gaat werken waardoor uw deeltijdpercentage toeneemt, dan wordt uw totale pensioen ook hoger. Dit ziet u terug op uw jaarlijkse pensioenoverzicht.
Werkloos
Als u werkloos wordt, heeft dat gevolgen voor uw pensioen. Uw pensioenopbouw stopt bij uw ontslag. Wel blijft u recht houden op het al bij APS opgebouwde pensioen. Meer informatie daarover vindt u onder ‘Met pensioen gaan’.
Waardeoverdracht
Gaat u na uw ontslag bij een andere werkgever werken? Dan kunt u, als dit binnen twee jaar na uw ontslag is, uw bij APS opgebouwde pensioen laten overdragen naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. Meer daarover leest onder ‘Waardeoverdracht’.
Wachtgeld
Als u door bijvoorbeeld een reorganisatie niet meer uw functie kunt voortzetten, maar op wachtgeld wordt geplaatst, gelden er andere regels. Als u met wachtgeld bent, blijft u wel bij APS pensioen opbouwen. De op wachtgeld doorgebrachte tijd wordt voor de pensioenopbouw als de helft van de normale werktijd gerekend. Dus als u een jaar wachtgeld ontvangt, dan bouwt u in dat jaar maar voor een halfjaar pensioen op.
Nieuwe baan
Als u van werkgever verandert, kunt u ervoor kiezen uw opgebouwde pensioen mee te nemen naar de pensioeninstantie van uw nieuwe werkgever. Dit heet waardeoverdracht. Een voordeel van waardeoverdracht is dat u uw totale pensioen bij elkaar houdt. Maar of waardeoverdracht voor u gunstig is, hangt vooral af van de vergelijking tussen de pensioenregeling van uw oude en uw nieuwe werkgever. Dit is vaak niet eenvoudig en daarom is het aan te bevelen u te laten bijstaan door een onafhankelijk financieel adviseur.
Wilt u uw pensioen van een andere pensioeninstantie naar APS overdragen? Dan moet u dit binnen twee jaar na aanvang van uw deelnemerschap bij APS aanvragen.
Wilt u uw pensioen overdragen van APS naar een andere pensioeninstantie? Dan dient u dit binnen twee jaar na uw ontslag aan te vragen. Overdracht is alleen mogelijk van of naar een pensioeninstantie zoals omschreven in de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren.
Scheiding
Uw ex-partner heeft na de scheiding recht op bijzonder nabestaandenpensioen als u overlijdt. Wel geldt dat uw huwelijk voor uw 62ste moest zijn gesloten en dat de scheidingsdatum na 1 augustus 1990 is. De hoogte van het bijzonder nabestaandenpensioen is gelijk aan het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd tot het eind van uw huwelijk.
Bent u na uw eerste scheiding met een nieuwe partner getrouwd en weer gescheiden? Dan heeft die tweede partner recht op een bijzonder nabestaandenpensioen dat gelijk is aan de hoogte van het tijdens dat tweede huwelijk opgebouwde nabestaandenpensioen.
Bent u vóór 1 augustus 1990 gescheiden? Dan heeft uw ex-partner geen recht op een bijzonder nabestaandenpensioen.
Nog belangrijk om te weten
Meer informatie over het bijzonder nabestaandenpensioen vindt u in de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren.
Als u gaat scheiden, is het belangrijk dat u en/of uw ex-partner dit melden bij APS zodat het fonds kan zorgen dat later het aan uw ex-partner toekomende bijzonder partnerpensioen kan worden uitgekeerd.
LET OP: Waarschijnlijk gaat de pensioenregeling van APS in 2019 veranderen. De sociale partners hebben hierover in 2017 een akkoord bereikt. De wijzigingen worden vastgelegd in een landsverordening die moet worden goedgekeurd door het Parlement.
Met pensioen gaan
De pensioenleeftijd is in de afgelopen jaren omhooggegaan omdat ook op Sint Maarten de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Daardoor moeten de pensioenen langer worden uitbetaald dan eerder was voorzien.
Op dit moment is de pensioenleeftijd 62 jaar. Er zijn ook deelnemers die via oudere regelingen een pensioenleeftijd van 60 of zelfs 55 jaar hebben.
Pensioenleeftijd
Volgens de in 2017 door de sociale partners overeengekomen pensioenhervormingen zal de pensioenleeftijd waarschijnlijk in 2019 omhooggaan van 62 naar 65 jaar. Wel kunt u ervoor kiezen om uw pensioen te vervroegen naar 62 jaar.
Als u op 1 juli 2016 58 jaar of ouder was, wordt uw pensioenleeftijd waarschijnlijk 62 jaar.
Als u toch wilt doorwerken, kunt u tot drie maanden na het ingaan van de hervormingen aangeven dat u op 65-jarige leeftijd met pensioen wilt gaan.
Voor deelnemers die bij het ingaan van de nieuwe pensioenleeftijd al VUT genoten, blijft de pensioenleeftijd 60 jaar. Voor deelnemers die met 55 jaar met pensioen gaan, blijft die regeling van kracht.
Pensioen aanvragen
Als u met pensioen gaat, moet u drie maanden voor uw pensioen het ouderdomspensioen aan te vragen via een aanvraagformulier. U dient daarbij verschillende documenten te voegen:
- Een ontslagbericht van uw werkgever omdat u met pensioen gaat
- Een uitgebreid uittreksel uit het bevolkingsregister
- Salarisoverzichten van uw werkgever van de laatste drie jaar
- Een kopie van uw identiteitsbewijs.
Na ontvangst van uw aanvraag, krijgt u van APS bericht over de verdere afhandeling.
Verhuizen
Als u gaat verhuizen, dan horen wij dit graag van u. Geef uw adreswijziging door aan APS via het wijzigingsformulier. U ontvangt uw pensioeninformatie en straks ook uw pensioenuitkering dan op uw nieuwe adres.
Om uw pensioenbetalingen te kunnen blijven ontvangen moet u, als u in het buitenland woont, twee keer per jaar, namelijk in de maand juni en december, een ‘Attestatie de Vita’ (bewijs dat u nog in leven bent) overleggen aan APS. U kunt dit document aanvragen bij het bevolkingsregister. Als u op Sint Maarten woont, hoeft u zo’n document niet te overleggen.
Gaat u emigreren buiten het Koninkrijk der Nederlanden? Dan is het mogelijk om uw opgebouwde pensioen te laten betalen via een eenmalige uitkering. Uw huwelijkspartner moet daarmee schriftelijk instemmen.
Als u in Nederland gaat wonen moet u een ING-bankrekening te hebben voor de uitbetaling van uw pensioen.
Uw persoonlijke gegevens
Om te zorgen dat u later uw pensioen correct krijgt uitgekeerd, is het belangrijk dat APS over uw juiste persoonlijke gegevens beschikt.
Intree- en uittreebericht
Als u gaat werken bij een bij APS aangesloten werkgever, moet die u met een registratieformulier aanmelden als deelnemer van APS. Binnen enkele maanden ontvangt uw werkgever dan een ‘intreebericht’. U ontvangt daarvan een afschrift. Vanaf die datum gaat uw deelnemerschap in en gaat u pensioenpremie betalen.
Controleer de gegevens op het ‘intreebericht’ goed. Datzelfde geldt voor het ‘uittreebericht’ dat u ontvangt als u niet langer werkt bij een bij APS aangesloten werkgever.
Als u jonger dan 25 jaar bent, wordt u eerst aspirant deelnemer. U krijgt daar een brief over. Als u de leeftijd van 25 jaar bereikt, wordt u deelnemer en gaat u vanaf dat moment pensioen opbouwen. U ontvangt dan ook een officieel ‘intreebericht’.
Jaarlijks pensioenbericht
Jaarlijks ontvangt u van APS een ‘pensioenbericht’. Daarop staat hoeveel pensioen u aan het eind van het betreffende jaar heeft opgebouwd. Lees dit bericht goed en controleer of uw gegevens correct zijn. Als er iets niet klopt, neem dan contact op met APS.
Geef veranderingen in uw situatie door
Geef het aan APS door als er veranderingen zijn in uw persoonlijke situatie. U kunt dat doen met een wijzigingsformulier. Klik hier om dit formulier te downloaden. Geef het aan ons door als u verhuizen trouwen, een kind krijgt of gaat scheiden. Bij overlijden is het belangrijk dat uw partner dit zo snel mogelijk doorgeeft aan APS. Ook als u een andere bankrekening krijgt waarop u uw pensioen wilt ontvangen, moet u dit zelf aan ons doorgeven.
Als u met ontslag gaat, vragen we u om dit ook door te geven aan APS. Soms vergeten werkgevers namelijk dit aan ons door te geven.
Waardeoverdracht
Als u van werkgever verandert, kunt u ervoor kiezen uw opgebouwde pensioen mee te nemen naar de pensioeninstantie van uw nieuwe werkgever. Dit heet waardeoverdracht. Een voordeel van waardeoverdracht is dat u uw totale pensioen bij elkaar houdt. Maar of waardeoverdracht voor u gunstig is, hangt vooral af van de vergelijking tussen de pensioenregeling van uw oude en uw nieuwe werkgever. Dit is vaak niet eenvoudig en daarom is het aan te bevelen u te laten bijstaan door een onafhankelijk financieel adviseur.
Wilt u uw pensioen overdragen van APS naar een andere pensioeninstantie? Dan dient u dit binnen twee jaar na uw ontslag aan te vragen. Overdracht is alleen mogelijk van of naar een pensioeninstantie zoals omschreven in de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren.
Participant’s Q&A
Hier vindt u veelgestelde vragen voor deelnemers aan APS.
Welke informatie ontvang ik nog van APS?
Als u niet meer werkzaam bent bij een bij APS aangesloten werkgever maar nog wel pensioenaanspraken bij APS heeft staan, ontvangt u jaarlijks van APS een Pensioenbericht. Daarin staat hoeveel pensioen u bij APS heeft opgebouwd. Controleer de gegevens in het bericht goed en als er volgens u iets niet klopt, neem dan contact met ons op.
Als u later gepensioneerd bent, krijgt u vanaf dat moment een jaarlijks overzicht van het pensioen dat APS aan u heeft uitgekeerd. Dat overzicht kunt u ook gebruiken voor uw belastingaangifte.
Via onze website kunt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen bij APS.
Wordt mijn pensioen verhoogd?
Na uw pensionering heeft u wellicht recht op een Cost of Living Adjustment (COLA). Dit betekent dat uw pensioen wordt aangepast aan de stijgende kosten van het levensonderhoud. Dit is niet een jaarlijkse aanpassing. De overheid bepaalt deze COLA en wanneer die gegeven wordt. De ontwikkeling van de prijsindex is de maatstaf voor de COLA. Voor deelnemers die al vóór 1998 deelnamen aan de pensioenregeling, wordt de eventuele COLA toegepast op de duurtetoeslag. Dit gebeurt uitsluitend indien uw laatste bij APS aangesloten werkgever daarmee akkoord gaat. Voor deelnemers die na 1998 zijn gaan deelnemen aan de pensioenregeling, wordt de COLA toegepast op de pensioenuitkering.
LET OP: Waarschijnlijk gaat de pensioenregeling van APS in 2019 veranderen. Als onderdeel van de veranderingen zal er ook een nieuw systeem komen voor het aanpassen van de pensioenen aan de stijging van de consumentenprijzen. Hierbij wordt de indexatie voorwaardelijk, afhankelijk van de dekkingsgraad van APS. De wijzigingen in de pensioenregeling dienen nog te worden goedgekeurd door het Parlement.
Wat is er geregeld voor mijn nabestaanden?
Als u als voormalige deelnemer nog pensioenaanspraken bij APS heeft, dan is er ook een nabestaandenpensioen geregeld voor uw huwelijkspartner en een wezenpensioen voor uw eventuele minderjarige kinderen.
Nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen is een uitkering voor uw echtgenoot/echtgenote na uw overlijden. Wel moet het huwelijk gesloten zijn voordat u de 62-jarige leeftijd bereikte. Als u samenwoonde zonder te zijn getrouwd, is er voor uw partner geen nabestaandenpensioen. Uw partner ontvangt het nabestaandepensioen vanaf het moment van uw overlijden tot aan zijn of haar overlijden.
Als u overlijdt op het moment dat u niet meer in dienst bent van de overheid, dan krijgt uw partner een levenslang partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen dat u bij APS heeft opgebouwd. Dit percentage kan anders zijn als u eerder gehuwd was.
Klik hier voor meer informatie over nabestaandenpensioen.
Wezenpensioen
Het wezenpensioen is een uitkering voor uw kinderen als u komt te overlijden. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd aan kinderen tot de leeftijd van 21 jaar of tot 25 jaar als zij nog studeren of door ziekte of invaliditeit zelf niet in staat zijn in hun onderhoud te voorzien.
Klik hier voor meer informatie over wezenpensioen.
LET OP: Waarschijnlijk gaat de pensioenregeling van APS in 2019 veranderen. De sociale partners hebben hierover in 2017 een akkoord bereikt. De wijzigingen dienen nog goedgekeurd te worden door het Parlement.
Ontdek uw toekomstige inkomen in slechts een paar stappen.
Ontdek wat er bij APS geregeld is voor u en uw gezin.